Eigenschap:Skos:definition

This is a property of type Text.

Pagina's die de eigenschap "Skos:definition" gebruiken

Er zijn 25 pagina's die deze eigenschappen gebruiken.

(vorige 25 | volgende 25) (20 | 50 | 100 | 250 | 500) bekijken.
K
Huisartsenpost + Plaats waar huisartsenpraktijk gevestigd is. Alleen toegankelijk voor dringende gevallen 's avonds en in het weekend. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012))  +
Hulpverlening + Het organiseren en/of geven van zorg aan daartoe behoeftige personen. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012))  +
Inloophuis + Een inloophuis is een meestal publiekelijk, vrij toegankelijke ruimte voor een specifieke doelgroep om tegemoet te komen aan behoeften van deze doelgroep. Er zijn in Nederland inloophuizen voor heel verschillende doelgroepen, bijvoorbeeld psychiatrische patiënten, kankerpatiënten, bepaalde groepen ouderen of thuis- of daklozen. In inloophuizen kunnen activiteiten worden georganiseerd zoals informatieoverdracht, creativiteitssessies, bewegingsactiviteiten. Tevens kan in de huiskamer of ontmoetingsruimte of in counseling- en zelfhulpgroepen over persoonlijke problemen worden gepraat. Deze inloophuizen bestaan vaak alleen maar dankzij sponsors en/of ondersteuning van en door vrijwilligers. Ze zijn vaak gevestigd in voorzieningen met een maatschappelijke of welzijnsfunctie zoals buurthuizen en dagactiviteitencentra. (Bron: [https://nl.wikipedia.org/wiki/Inloophuis Wikipedia])  +
Intensive care + Ruimte in [[KNKR Ziekenhuis|ziekenhuis]] die is gepland en georganiseerd om door middel van een efficiënte groepering van apparatuur, intensivisten als gespecialiseerde artsen en ic-verpleegkundigen het functioneren van vitale organen van ernstig zieke patiënten te bewaken en in stand te houden totdat minder intensieve zorg geboden is. Aanduiding ‘beademingsafdeling’ dekt niet alle toegepaste technieken en is hierdoor verouderd. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012))  +
Internist + Specialist voor interne geneeskunde. Dit is het geneeskundig specialisme dat zich bezighoudt met ziekten van de inwendige organen en met algemene ziekten. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012))  +
Kaalheid + Haarverlies en kaalheid zijn veelvoorkomende klachten, de prevalentie van alopecia androgenica loopt bij mannen min of meer parallel met de leeftijd: 30% bij 20-30-jarigen, 40% bij 30-40-jarigen enzovoort. Alopecia areata wordt gezien bij 1-3 per 1000 mensen per jaar. Komt evenveel voor bij mannen als bij vrouwen, op alle leeftijden en met een piek rond de jongvolwassen leeftijd. Androgene alopecia is een fysiologische vorm van alopecia van het behaarde hoofd bij mannen (soms ook bij vrouwen). Familiaire predispositie en androgene hormonen spelen een belangrijke rol in de pathogenese. Bij alopecia areata is de oorzaak onbekend. Er is een associatie met atopie, endocriene stoornissen en auto-immuunziekten. Bij een anageen effluvium is de mitoseactiviteit in de haarfollikels door diverse oorzaken (bijvoorbeeld röntgenstralen, cytostatica) beschadigd, waardoor binnen 1 tot 3 weken 80-90% van het haar uitvalt. Bij een telogeen effluvium (bijvoorbeeld na een koortsende ziekte, operatie of zwangerschap) is de noxe minder groot. Een groot aantal follikels beëindigt de anagene fase en komt min of meer gelijktijdig in de telogene staat, waardoor 2-6 maanden later diffuse haaruitval optreedt. Meestal betreft het minder dan 50% van het haar, zodat geen duidelijk zichtbare kaalheid ontstaat. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012))  +
Kanker + 1. Verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende typen kwaadaardige gezwellen; kanker vormt sinds 2008 de belangrijkste doodsoorzaak in Nederland, gevolgd door hart- en vaatziekten. 2. Kwaadaardige nieuwvorming; ongecontroleerde vermenigvuldiging van cellen, gekenmerkt door vernietiging van het omgevende weefsel, ingroei in vaten en versleping van cellen via bloed en lymfe naar ander organen en weefsels. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012))  +
Koorts + 1. Lichaamstemperatuur boven 38°C. 2. Ziekte (meestal een infectieziekte) die met temperatuurverhoging gepaard gaat. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012))  +
Longkanker + Maligne woekering van cellen die uitgaat van het bronchusepitheel. Jaarlijkse incidentie in Nederland ca. 11.000. Meest voorkomende vorm van kanker bij mannen vnl. >60 jr., na prostaatkanker. Jaarlijkse mortaliteit bijna even hoog. ‘Niet-kleincellige’ type komt ongeveer viermaal zo vaak voor als ‘kleincellige’ type. Neemt toe bij vrouwen, neemt inmiddels tweede plaats in na borstkanker. Oorzaak/risicofactoren: door herhaalde inwerking van carcinogenen ontstaan veranderingen in slijmvlies van de bronchus. Deze gaan via metaplasie, dysplasie en carcinoma in situ over in infiltrerend carcinoom. Roken is oorzaak in 90% van de gevallen (met name plaveiselcelcarcinoom). Kans op longkanker is mede afhankelijk van het aantal sigaretten en het aantal gerookte jaren. Ook ‘passieve’ rokers hebben verhoogde kans. Intensief contact met industriële stoffen (nikkel, arseen, asbest) en blootstelling aan radioactieve straling verhoogt risico. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012))  +
Maatschappelijk werker + Persoon die professionele hulp verleent bij personen met sociale en eventueel geldelijke moeilijkheden. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012))  +
Mantelzorg + Informele [[KNKR Zorg|zorg]] die mensen (veelal partner, gezins-/familielid, vriend, kennis) vrijwillig en onbetaald verlenen aan een chronisch zieke of hulpbehoevende persoon. Betreft zorg die meer is dan in een persoonlijke relatie gebruikelijk is en betreft niet de gebruikelijke dagelijkse verzorging van kind of ander familielid. Mantelzorger is niet een professionele zorgverlener. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012))  +
Mantelzorgondersteuners + Organisaties die mantelzorgers ondersteunen. (Bron: [http://www.dezb.nl/planbureau.html ZB - Planbureau])  +
Medicijn + Geneesmiddel dat wordt verstrekt in het kader van een medische [[KNKR Behandeling|behandeling]]. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012))  +
Medisch onderzoek + Oriënterend, fysisch diagnostisch onderzoek van het gehele lichaam gericht op de opsporing van (groei)pathologie in organen of orgaansystemen. Omvat onderzoek van hoofd/hals, hart, longen, buik en extremiteiten/ bewegingsapparaat door middel van visuele inspectie, percussie, auscultatie en meting van lengte, gewicht, bloeddruk, polsslag en temperatuur. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012))  +
Misselijkheid + De neiging tot braken hebbend. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012))  +
Moermantherapie + Alternatieve, controversiële behandelingsmethode voor kanker, ontwikkeld door de Nederlandse arts [https://nl.wikipedia.org/wiki/Cornelis_Moerman Moerman], die kanker als een stofwisselingsstoornis van het gehele lichaam beschouwt. De therapie bestaat uit een streng dieet, aangevuld met een grote hoeveelheid vitaminen en mineralen. De werkzaamheid van deze therapie is nooit wetenschappelijk bewezen. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012))  +
Nabestaande + Familielid van iemand die overleden is. (Bron: [https://nl.wiktionary.org/wiki/nabestaande WikiWoordenboek])  +
Nazorg + 1. Hulp bij rouwverwerking voor [[KNKR Nabestaande|nabestaanden]]. (Bron: [http://www.dezb.nl/planbureau.html ZB - Planbureau]) 2. Geheel aan maatregelen na een ziekte, ongeluk of trauma, gericht op terugkeer naar een zoveel mogelijk normale situatie met een zo hoog mogelijke zelfredzaamheid van de patiënt. Richt zich in het bijzonder op revalidatie, emotionele verwerking (coping) en resocialisatie. Kan zowel lichamelijke, geestelijke als maatschappelijke maatregelen behelzen. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012))  +
Oncologie + 1. Wetenschap betreffende (kwaadaardige, maligne) gezwellen. 2. In engere zin: medisch specialisme dat zich bezighoudt met diagnostiek en therapie van kanker. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012))  +
Oncologiepatiënt + [[KNKR Patiënt|Patiënt]] die aan de ziekte kanker lijdt. (Bron: [http://www.dezb.nl/planbureau.html ZB - Planbureau])  +
Oncologieverpleegkundige + Verpleegkundige met een vervolgopleiding die gespecialiseerd is in het begeleiden van patiënten met kanker. (Bron: [https://nl.wikipedia.org/wiki/Oncologieverpleegkundige Wikipedia])  +
Oncoloog + Specialist in de [[KNKR Oncologie|oncologie]]. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012))  +
Operatie + Heelkundige invasieve ingreep. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012))  +
Palliatieve zorg + Zorg die zich richt op verbetering van kwaliteit van leven van [[KNKR Patiënt|patiënten]] met een aandoening die op middellange termijn levensbedreigend is en waarbij herstel (curatie) niet (meer) mogelijk is. Kan vele jaren beslaan; neemt niet de ziekte (en eventuele oorzaak) weg. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012))  +
Patiënt + Iemand met een ziekte, aandoening of letsel aan wie medische, paramedische en/of verpleegkundige zorg wordt verleend. Wanneer iemand zorg als gevolg van een trauma nodig heeft, spreekt men van ‘slachtoffer’. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012))  +