Aan de andere kant kan de relatie van de patiënt met anderen zich ook verdiepen. Mensen groeien door de ziekte weer naar elkaar toe en soms komt de steun opeens uit een onverwachte hoek.
Wat ze zich nooit had gerealiseerd is dat aandacht zo veel met je doet: al die kaarten die je krijgt van mensen. Met prachtige boodschappen erop. Veel mensen kenden haar van haar werk.
Ik kreeg kaarten van mensen waarvan ik dat nooit had verwacht. Of die ik al heel lang niet meer had gezien of gesproken.
Sindsdien weet ze dat ze ook altijd kaarten gaat sturen. Ze weet nu hoe belangrijk dat is.
Mijn moeder bestudeerde informatie die we kregen in het ziekenhuis en zocht alles op over de behandeling op het internet. Ze is een enorme steun geweest voor ons in de tijd dat ik allerlei behandelingen moest ondergaan. Ze hield het overzicht, was weer echt de zorgzame moeder die ook de regie nam over ons gezin. Ik denk dat dit ook weer zin aan haar leven alleen gaf. Ze kon veel betekenen voor mijn gezin en speciaal voor mij.
Uiteindelijk was ik thuis, ook dit was weer wennen voor iedereen. Mijn moeder was er toen bijna altijd overdag, tot mijn man uit het werk kwam. Tussen de middag kwam mijn man thuis eten en ik kon bij hem terecht wanneer ik het moeilijk had of dingen niet aankon. Mijn moeder was er altijd en ik merkte dat ik dat niet meer fijn vond. Ik wilde weer een gewoon leven. Ik voelde me wel ondankbaar dat mijn moeder die me zoveel hielp me in de weg zat. Ik besprak dit eerst met mijn zus en durfde dit niet met mijn moeder te bespreken, dus heeft mijn zus hierover met mijn moeder gepraat. Mijn moeder vond dit heel erg. Ze voelt zich aan de kant gezet, we praten hier niet over. Ze komt nu nog eenmaal per week, ze is al 80, ik wil niet dat ze nog voor mij moet werken.
Van twee zussen kan ik veel verdragen, mijn zus die in de zorg werkt is mijn steun en toeverlaat.