In Stap 3 van SSM organiseer je als onderzoeker een gesprek met alle betrokkenen om hét elkaar et rijke plaatje en de casusbeschrijving te valideren en om oplossingen in hun situatie te benoemen. Als onderzoeker heb je een faciliterende rol en creëer je een veilige omgeving voor de betrokkenen. In dit gesprek zullen de betrokkenen met elkaar delen waar zij tegenaan lopen en behoefte aan hebben. Dat vraagt nogal wat van de betrokkenen: zij zullen zich in zekere zin kwetsbaar op moeten stellen. Het rijke plaatje uit Stap 1 en 2 kan in dit gesprek worden benut als 'praatplaatje' om de situatie te bespreken.
Allereerst wordt het rijke plaatje gevalideerd: de betrokkenen geven aan in hoeverre de omschrijving van hun rol in de situatie juist is weergegeven in het plaatje en waar verbeteringen nodig zijn. Zodra jullie het daar over eens zijn geworden volgt het belangrijkste proces van Stap 3: het proces van ‘wederzijdse facilitatie’, waarin je wilt ontdekken hoe de betrokkenen iets voor een ander kunnen betekenen. Vragen en onderwerpen die besproken zullen worden zijn: