This is a property of type Text.
Er zijn 25 pagina's die deze eigenschappen gebruiken.
K |
|
---|---|
Patiëntenorganisatie + | Een patiëntenorganisatie is een vereniging of stichting van en/of voor [[KNKR Patiënt|patiënten]]. Meestal bestaat de doelgroep uit mensen die lijden aan een bepaalde ziekte of aandoening, maar het kan bijvoorbeeld ook gaan om mensen die een bepaalde behandeling volgen of een hulpmiddel gebruiken, of een groep van aandoeningen betreffen. Een patiëntenorganisatie is een belangenorganisatie die zich kan richten op bijvoorbeeld contact tussen lotgenoten, behartiging van patiëntenbelangen, of informatievoorziening en voorlichting voor aangesloten patiënten of derden. Afhankelijk van de gediagnosticeerde aandoening zal de patiënt zijn of haar belangen vertegenwoordigd zien in een bepaalde organisatie. In Nederland zijn patiëntenorganisaties, of de koepelorganisatie waar ze lid van zijn, discussie- en onderhandelingspartner voor overleg met de overheid, de verzekeraars en de verschillende gezondheidsinstellingen en zorgaanbieders. (Bron: [https://nl.wikipedia.org/wiki/Patiëntenorganisatie Wikipedia]) + |
Patiëntenparticipatie + | Het inbrengen en/of benutten van specifieke ervaringsdeskundigheid door patiënten en hun vertegenwoordigers van patiëntenorganisaties en het meepraten en -beslissen, zoals bij richtlijnontwikkeling. Doel is (gelijkwaardige) invloed te hebben op ontwikkeling en uitvoering van een project/activiteit, acceptatie en implementatie van producten te bevorderen en verhoging van kwaliteit van een zorgproduct of praktijk en bevordering van implementatie van kwaliteitsverbeteringsmaatregelen, onder andere in het kader van richtlijnontwikkeling. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012)) + |
Pijn + | Onaangename sensorische ervaring die in verband wordt gebracht met bestaande of dreigende weefselbeschadiging of wordt beschreven in termen van weefselbeschadiging. Eén van de vijf klinische kenmerken van ontsteking. Pijn wordt uitgelokt door een nociceptieve prikkel. Deze wordt opgevangen door de nociceptor, het vrije zenuweinde van een primaire afferente vezel (in huid, viscera, spier, fascie, bloedvat, gewrichtskapsel). Vanaf de nociceptor wordt de pijnprikkel naar het ruggenmerg geleid. Bij weefseltrauma (mechanisch, thermisch, chemisch) komen onder andere prostaglandines, bradykinine, serotonine en histamine vrij. Pijn vormt bij 30% van de patiënten met kanker het eerste [[KNKR Symptoom|symptoom]]. In de geneeskunde beperkt ‘pijn’ zich duidelijk tot de gewaarwording van genoemde sensorische prikkel. Buiten de geneeskunde wordt ‘pijn’, in uitgebreide zin, ook wel opgevat als een psychotraumatische ervaring (‘psychische pijn’). (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012)) + |
Port-a-Cath + | Bij patiënten die gedurende een bepaalde tijd veelvuldig geprikt moeten worden voor bijvoorbeeld [[KNKR Chemo|chemotherapie]] kan het plaatsen van een onderhuids toegangssysteem tot de aderlijke bloedbaan een uitkomst zijn. Het aanprikken van dit systeem is relatief eenvoudig en maakt het mogelijk om [[KNKR Medicijn|medicijnen]] toe te dienen, maar ook om bloed af te nemen of te transfunderen. Hieronder volgt in het kort de procedure van het inbrengen. (Bron: [http://www.heelmeester.nl/ingrepen/portacath.htm Heelmeester.nl]) + |
Psycholoog + | Beoefenaar van de psychologie. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012)) + |
Psychotherapie + | 1. In engere zin: aanduiding voor bepaalde vormen van (meest verbale) [[KNKR Behandeling|behandeling]] van psychische problemen en psychiatrische stoornissen met behulp van specifieke en non-specifieke interventie, verleend door daartoe opgeleide psychotherapeuten, meestal op basis van een of meer psychologische theorieën. Men onderscheidt onder meer psychoanalytische en psychodynamische psychotherapie, cliëntgerichte psychotherapie, cognitieve gedragstherapie en systeemtherapie. Daarnaast maakt men onderscheid naar doelgroepen (kinderen en jeugd, volwassenen, ouderen. somatische problematiek zoals psychogeen hartinfarct enzovoort) en settingen (ambulant, dagklinisch, klinisch). 2. In ruimere zin: behandeling van psychische afwijkingen. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012)) + |
Revalidatie + | Het optimaal herstellen en het voorkomen of beperken van een uit ziekte of ongeval voortvloeiende handicap in biologisch, functioneel en sociaal opzicht om iemand weer maximaal valide te maken. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012)) + |
Röntgenfoto + | Een door middel van röntgenstralen gemaakte foto. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012)) + |
Seksuologie + | Interdisciplinair specialisme dat zich bezighoudt met seksualiteit en de somatische, psychische en relationele stoornissen die daarbij kunnen optreden. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012)) + |
Seksuoloog + | Deskundige op het gebied van de [[KNKR Seksuologie|seksuologie]]. (Bron: [http://www.dezb.nl/planbureau.html ZB Planbureau]) + |
Spoedeisende hulp + | Algemene benaming van de afdeling van een ziekenhuis waar de eerste opvang plaatsvindt van personen met klachten die een spoedeisend karakter hebben, bijvoorbeeld een beenbreuk of een acute buik. Op de desbetreffende afdeling wordt de patiënt gestabiliseerd, vindt de eerste diagnostiek plaats, evenals een eventuele verwijzing naar andere afdelingen binnen het ziekenhuis. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012)) + |
Spraakstoornis + | Stoornis in de stemgeving en articulatie die berust op een gestoorde motoriek van de bij de spraak betrokken spieren, door aandoeningen van die spieren zelf, van de hersenzenuwen die deze innerveren of van de centrale aansturing ervan vanuit de hersenen en het cerebellum. Gaat meestal gepaard met slikstoornissen. Op grond van de lokalisatie van de beschadiging in het motorische systeem worden verschillende vormen van dysartrie onderscheiden. Onderscheid op grond van kenmerken van de spraakstoornis blijkt in de praktijk lastig. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012)) Spraakproblemen komen vaak voor bij patiënten die behandeld zijn voor hoofd-halskanker. (Bron: [http://www.samenlevenmetkanker.nl/?p=340-Spraakmetingen Samen leven met kanker]) + |
Symptoom + | Uiting van een [[KNKR Ziekte|ziekte]]. Men onderscheidt objectieve en subjectieve symptomen (E. ‘signs and symptoms’), te weten enerzijds door een onderzoeker objectief waarneembare verschijnselen en anderzijds door de patiënt waargenomen, subjectieve sensaties. Veel symptomen dragen namen, hetzij van onderzoekers die deze voor het eerst hebben opgemerkt (eponiemen), hetzij van lichaamsdelen of functies. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012)) + |
Terminale zorg + | Zorg voor [[KNKR Patiënt|patiënt]] die in het laatste (terminale) stadium van een ongeneeslijke ziekte verkeert. Kan bestaan uit geestelijke ondersteuning en/of verlichting (palliatie) van pijn en overige lichamelijke klachten. Geestelijke zorg bestaat bijvoorbeeld uit stervensbegeleiding, erop gericht de tijd zo leefbaar mogelijk te laten zijn. Bijkomende taak veelal informatieverstrekking aan naasten van patiënt. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012)) + |
Thuiszorg + | Geheel van activiteiten op het gebied van de verzorging en verpleging van ziekten in de thuissituatie. Omvat ook jeugdgezondheidszorg tot 4 jaar, advisering/voorlichting over diëten, roken, zwangerschapsgymnastiek, kraamzorg, verstrekking van hulpmiddelen en verpleegartikelen. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012)) + |
Tumor + | 1. Pathologisch: weefselzwelling. Vormt één van de vijf klinische kenmerken van ontsteking. 2. In engere zin, oncologisch: gezwel dat het gevolg is van cel- of weefselvermeerdering (neoplasie). (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012)) + |
Tumormarker + | Substantie, afkomstig van een kwaadaardig gezwel, specifiek voor de tumor in kwestie en herkenbaar in bloed. Herkenning kan zinvol zijn voor diagnostiek en follow-up van behandeling. De bloedspiegel stijgt vaak voordat beeldvormende techniek recidiverende tumorgroei aantoont. Een voorbeeld is prostaatspecifiek antigeen (PSA) bij prostaatcarcinoom. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012)) + |
Uitslag + | Onderzoeksresultaat uit het medisch laboratorium. (Bron: [http://www.dezb.nl/planbureau.html ZB - Planbureau]) + |
Uitvaartverzorging + | Een uitvaartondernemer, ook wel begrafenisondernemer, uitvaartverzorger of lijkbezorger genoemd, is een commerciële dienstverlener die uitvaarten verzorgt. In het verleden werd meestal de naam 'begrafenisondernemer' gebruikt, en vooral in Vlaanderen is deze term nog zeer gangbaar. Maar omdat er inmiddels zowel in Nederland als in Vlaanderen meer crematies worden verzorgd dan begrafenissen, is de naam 'uitvaartondernemer' correcter. (Bron: [https://nl.wikipedia.org/wiki/Uitvaartondernemer Wikipedia]) + |
Uitzaaiing + | [https://www.kanker.nl/bibliotheek/uitzaaiingen/wat-is/7338-uitzaaiingen Tumorcellen] (mogelijk tumorstamcellen) die door bloed of lymfe zijn meegevoerd (uitgezaaid) naar een andere plaats in het lichaam dan die van de primaire tumor en daar hun deling voortzetten. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012)) + |
Vermoeidheid + | Vermoeidheid (of moeheid) is een staat van lichaam en geest waarbij een persoon zich verminderd in staat voelt activiteiten te ondernemen en zich slaperig voelt. Vermoeidheid is over het algemeen een gevolg van een zware lichamelijke of geestelijke inspanning of een lange periode zonder slaap. Vermoeidheid kan echter ook een [[KNKR Symptoom|symptoom]] zijn van een lichamelijke of geestelijke aandoening, (Bron: [https://nl.wikipedia.org/wiki/Vermoeidheid Wikipedia]) + |
Verpleeghuis + | Een verpleeghuis (ook: verpleegtehuis) is in Nederland een [[KNKR Zorginstelling|instelling]] waar patiënten kunnen worden verpleegd die niet langer voor een medische behandeling opgenomen behoeven te zijn in een ziekenhuis. Op een revalidatieafdeling kan men dan werken aan verder herstel en/of aanpassing aan de veranderde gezondheidssituatie. Er verblijven ook veel mensen die door ernstige belemmeringen langdurig niet in staat zijn om thuis of in een verzorgingshuis te verblijven. De beschikbaarheid van onvoldoende mantelzorg in de thuissituatie kan daarop van invloed zijn. Verpleeghuizen beschikken vaak over een of meer psychogeriatrische afdelingen. Er zijn ook gespecialiseerde psychogeriatrische verpleeghuizen. In een verpleeghuis zijn bij de patiëntenzorg onder andere artsen, psychologen, verpleegkundigen, ziekenverzorgenden, logopedisten, ergotherapeuten, fysiotherapeuten, maatschappelijk werkers en activiteitenbegeleiders betrokken. Ook is vaak een psychiater te consulteren. (Bron: [https://nl.wikipedia.org/wiki/Verpleeghuis Wikipedia]) + |
Verpleging + | Alle handelingen die gericht zijn op de verzorging van zieken (zowel lichamelijk als geestelijk zieken) en van gehandicapte mensen, met het doel hun lichamelijke, geestelijke en sociale functies zoveel mogelijk in stand te houden. (Bron: Pinkhof Geneeskundig woordenboek (Red. Jannes van Everdingen, Arnoud van den Eerenbeemt, 2012)) + |
Vertrouwenspersoon + | Een vertrouwenspersoon is een persoon binnen een bedrijf, school of de directe omgeving van mensen, aan wie men vertrouwelijke zaken kwijt kan. Vaak heeft dit betrekking op bijvoorbeeld seksuele intimidatie of persoonlijke problemen. (Bron: [https://nl.wikipedia.org/wiki/Vertrouwenspersoon Wikipedia]) + |
Verzorging + | Met verzorging bedoelt men de dagelijkse verzorging van elk persoon. Dit kan op drie manieren: - zelfzorg - mantelzorg (vrienden of familie die voor de persoon zorgen als deze het niet meer zelf kan) - beroepszorg Een professionele verzorgende (niet te verwarren met een verpleegkundige) werkt voornamelijk in bejaardentehuizen, kindercrèches en thuiszorgdiensten, maar ook in gehandicaptentehuizen of psychiatrische instellingen. De zorgverlener heeft vooral de taak zich bezig te houden met de dagelijkse verzorging van de zorgvrager(s) en niet met het verzorgen van wonden en geven van injecties en/of medicatie, hetgeen de taken zijn van een verpleegkundige en/of huisarts. En in de thuiszorg komen er ook meer huishoudelijke taken bij kijken. Bij bevallingen kent men de kraamhulp. (Bron: [https://nl.wikipedia.org/wiki/Verzorging Wikipedia]) + |