(Label: visualeditor)
|
(Label: visualeditor)
|
||
Regel 28: | Regel 28: | ||
== Wereldbeelden == |
== Wereldbeelden == |
||
− | + |
Door middel van het gesprek of interview met een betrokkene '''<span lang="NL">zul je er achter komen hoe hij in deze situatie handelt vanuit zijn overtuigingen en (ingebeelde) (on-)mogelijkheden en hoe voor diegene de ideale situatie er uit ziet. Dit wordt ook wel iemands 'wereldbeeld' (world view) genoemd. Wereldbeelden zijn (on-)bewuste gedragspatronen die ontstaan uit iemands overtuigingen en de mate waarin iemand door zijn omgeving wordt gefaciliteerd om te kunnen doen wat hij doet of wilt doen.</span> |
|
− | van het gesprek of interview met een betrokkene |
||
− | |||
− | <span lang="NL"> |
||
− | |||
− | (on-)mogelijkheden |
||
− | 'wereldbeeld' (world view) genoemd. Wereldbeelden zijn (on-)bewuste |
||
− | gedragspatronen die ontstaan uit iemands overtuigingen en de mate waarin iemand |
||
− | door zijn omgeving wordt gefaciliteerd |
||
'''Interviewtips''' |
'''Interviewtips''' |
||
− | # <span lang="NL">Mensen vinden het erg fijn als ze zich gehoord voelen, niet in de laatste plaats omdat mensen graag ergens betekenisvol aan bijdragen. Met een interview geef je iemand de volle aandacht, waarbij het om de geïnterviewde draait en niet om jouw mening of interpretatie daarvan.</span> |
+ | # <span lang="NL">Mensen vinden het erg fijn als ze zich gehoord voelen, niet in de laatste plaats omdat mensen graag ergens betekenisvol aan bijdragen en daarover vertellen. Met een interview geef je iemand de volle aandacht, waarbij het om de geïnterviewde draait en niet om jouw mening of interpretatie daarvan.</span> |
− | # <span lang="NL">Probeer zo min mogelijk te interpreteren wat de |
+ | # <span lang="NL">Probeer zo min mogelijk te interpreteren wat de betrokkene zegt of bedoelt: vraag naar wat hij doet en vindt van de situatie in plaats van dat jij als onderzoeker dat voor hem bedenkt of 'invult'.</span> |
− | # <span lang="NL">Je vraagt de geïnterviewde naar anekdotische acties en ervaringen in die situatie en naar zijn overtuigingen daarbij. Je vraagt de betrokkene steeds naar anekdotes over: </span> |
+ | # <span lang="NL">Je vraagt de geïnterviewde naar anekdotische acties en ervaringen in die situatie en naar zijn overtuigingen daarbij. Je vraagt de betrokkene steeds naar anekdotes over:</span> |
− | + | ## I<span lang="NL">emands doel in de situatie: Doel / Waarom?</span> |
|
− | ## <span lang="NL"> |
+ | ## <span lang="NL">Wat er nu gebeurt en hoe dat in de ideale situatie zou kunnen: Wat?, Hoe?</span> |
− | ## <span lang="NL">Wat er |
||
## <span lang="NL">Succesfactoren (NU en in de IDEALE situatie)</span> |
## <span lang="NL">Succesfactoren (NU en in de IDEALE situatie)</span> |
||
## <span lang="NL">Overtuigingen / belemmeringen, Wensen</span> |
## <span lang="NL">Overtuigingen / belemmeringen, Wensen</span> |
||
Regel 50: | Regel 41: | ||
{| class="wikitable" |
{| class="wikitable" |
||
− | ! |
+ | !Gespreksonderwerp
|
!Toelichting |
!Toelichting |
||
|- |
|- |
Op deze pagina beschrijf je:
NB: deze pagina kun je naar eigen inzicht en voorkeur (anders) indelen, wijzigen en opmaken.
Maak een tekening van de huidige en ideale situatie: maak een plaatje van de betrokkenen, hun activiteiten, issues, wensen, etc. en op welke manier ze met elkaar verbonden zijn (op papier of met een digitaal tekenprogramma). Huidige en ideale situatie mogen ook in één plaatje afgebeeld worden.
hier jouw tekst
hier jouw tekst - wanneer is deze casus of situatie een succes? Waar aan moet worden voldaan zodat de doelstelling succesvol kan worden behaald? Omschrijf deze succesfactoren zo expliciet (concreet) of meetbaar mogelijk
hier jouw tekst - uitgevoerde of wenselijke aanpassing in de situatie. Beschrijf hier ook eventuele theoretische onderbouwing en resultaten uit verdiepend onderzoek
hier jouw tekst
Door middel van het gesprek of interview met een betrokkene zul je er achter komen hoe hij in deze situatie handelt vanuit zijn overtuigingen en (ingebeelde) (on-)mogelijkheden en hoe voor diegene de ideale situatie er uit ziet. Dit wordt ook wel iemands 'wereldbeeld' (world view) genoemd. Wereldbeelden zijn (on-)bewuste gedragspatronen die ontstaan uit iemands overtuigingen en de mate waarin iemand door zijn omgeving wordt gefaciliteerd om te kunnen doen wat hij doet of wilt doen.
Interviewtips
Gebruik onderstaand schema voor het gesprek met de betrokkenen.
Gespreksonderwerp | Toelichting |
---|---|
Betrokken persoon of organisatie | (Geanonimiseerde) naam en taak of functie van de betrokkene (formeel) |
Doelstelling van de betrokkene |
In HUIDIGE situatie: Waarom voer jij jouw rol uit? Waarom doe je wat
je doet, wat wil (of moet) je daarmee bereiken in deze situatie? |
Rol in de situatie | Iemands huidige rol en ideale rol - of droom! - in deze situatie:
|
Succesfactoren, nut | Succesfactioren en nut van iemands huidige rol en ideale rol - of droom! - in deze situatie:
|
Randvoorwaarden | Overtuigingen, belemmeringen en wensen:
|
Onderliggend feitenmateriaal |
Als je opzoek bent naar onderliggend feitenmateriaal:
Kun je me (schriftelijke) (achtergrond-)informatie aanreiken, of waar kan ik dat vinden? Mag ik die informatie inzien? |
hier de link naar de publicatie van jouw project