‘Mijn dochter heeft er het minste last van gehad want die vond het wel leuk mee naar het ziekenhuis, want dan kreeg ze een opblaasballon. Maar mijn zoon voelde dat het niet goed zat en die vond het ziekenhuis vreselijk, maar die ging wel altijd mee.
De kinderen hielpen eerst enorm, nu vluchten ze soms het huis uit omdat het niet meer zo gezellig is als eerst.
We vechten allemaal op onze eigen manier tegen de ziekte. Als het slecht gaat is iedereen verdrietig, maar niemand spreekt zich uit. Onze lontjes zijn kort, we kunnen niet veel hebben van elkaar, er ontstaan ruzies. Er zijn veel problemen op school geweest met de jongste kinderen. We kunnen als ouders al die problemen niet goed aan. Het is al veel wat we allemaal moeten verwerken en dan kunnen we dit er niet goed bij hebben. Onze jongste zoon heeft ADHD maar weigert zijn medicijnen in te nemen. Hij is brutaal en schopt rellen op school. Hij is laatst geschorst. Mijn man kan zich ontzettend boos maken en schreeuwt tegen hem. Mijn zoon loopt dan weg, komt heel laat pas thuis en is er weer herrie. Hij heeft een vriendinnetje, maar bij haar thuis zijn er geen grenzen. Dan komt hij thuis en foetert dat er bij ons niets kan. Hij scheldt en vloekt en gaat helemaal door het lint. Soms weten we niet meer wat we met hem aan moeten en zijn geschokt over zijn gedrag.
De jongere zus: De oudste zoon is erg lief voor haar, werkt hard en vraagt weinig aandacht. Hij kan erover praten met zijn vriendin van 20. Hij heeft het wel moeilijk maar het komt er niet uit. Vorig jaar begon hij ineens te huilen: Denk je dat ik het niet moeilijk heb? De tweede zoon is een echt kind dat zijn moeder hard nodig heeft. Hij heeft heel moeilijk gehad, maar heeft nu een vriendin. Hij was ook heel erg aan het puberen, had een geweldig dik dossier op school, zette zich af tegen alles. De jongste zoon heeft veel aandacht en structuur nodig. Hij heeft ADHD, weigert medicatie in te nemen en af en toe gaat hij helemaal door het lint. Hij heeft nu ook een vriendin.
De kinderen weten wat er aan de hand is en ze houden hen op de hoogte van alles wat er gebeurt. Ze wonen niet in de buurt, dus dat gaat vooral telefonisch. Hij bespreekt zijn gevoelens alleen met zijn vrouw en dat vindt hij prima.
We houden de kinderen wel op de hoogte maar willen ze ook niet te veel belasten. De angsten en grotere moeilijkheden bespreken we alleen onderling. We kiezen ervoor de leuke dingen met de kinderen gewoon door te laten gaan. Samen op de camping en dergelijke dingen. Dat maakt het soms ook wel zwaar.
Met de kinderen van haar partner (Aline heeft zelf geen kinderen) had ze een goede band, maar dat veranderende tijdens haar ziekte (intensiever, meer betrokkenheid).